Nederland dreigt miljarden euro’s te verliezen aan het buitenland als we daadwerkelijk private equity in de zorg verbieden. En niet onbelangrijk: private equity is essentieel voor zorginnovatie en kortere wachtlijsten.

Patiënten in ons land dreigen de dupe te worden van een verbod op private equity in de zorg. Een motie met deze strekking werd begin september ingediend door de SP en door de Tweede Kamer aangenomen. In augustus verwierp zorgminister Fleur Agema een soortgelijke motie, omdat ze na bestudering van dit onderwerp tot het standpunt kwam dat private equity nodig is voor een goede balans in de zorg. Een dappere zet van de minister, om op basis van feiten haar standpunt aan te passen.

Van de geleverde zorg in Nederland wordt 30% gefinancierd door private partijen. Denk aan landelijke of regionale ketens waar je, veelal zonder wachtlijst, snel terecht kunt voor heupoperaties, revalidatie of bijvoorbeeld oogzorg. Private equity biedt dan ook een reddende hand om het infarct in de reguliere zorg op te vangen.

Zonder private equity vindt een verschraling van zorg plaats, lopen wachtlijsten op en is er amper innovatie.

Buitenlandse broekzak
Nederlandse private equity-partijen staan op het punt zich massaal terug te trekken uit de zorg, nu een mogelijk verbod in Nederland boven hun hoofd hangt. Door Europese regelgeving kunnen buitenlandse partijen niet worden geweerd om in ons land te investeren. Gevolg is dat veel Nederlandse zorginstellingen verkocht dreigen te worden aan buitenlandse partijen.

Dat betekent dat een stroom van vele miljarden zorggeld over de grens verdwijnt zonder dat wij daarvan profiteren. Nederland blijft zo achter met de kosten. Voor een grote landelijke zorgketen dreigt het doek nu al te vallen als een Nederlands private equity-fonds uit angst voor mogelijke wetgeving zich terugtrekt. Minister Agema moet een nog duidelijker standpunt innemen om te voorkomen dat ons zorggeld in de broekzakken van buitenlandse investeerders verdwijnt.

Perverse prikkel
De aangenomen motie van de SP pleit voor een zorgstelsel met een heel beperkte rol voor private equity. Het uitgangspunt is dat winst in de zorg een perverse prikkel is. Maar in diezelfde gedachtegang moeten ook geneesmiddelen worden geweerd uit de zorg. Farmaceuten kunnen nieuwe innovatieve en levensreddende medicijnen alleen maken dankzij private equity.

‘Private equity-partijen zien de bui al hangen en trekken zich, uit voorzorg, terug uit de zorg’
Private equity-partijen zien de bui al hangen en trekken zich uit voorzorg terug bij zorgaanbieders. Want als er daadwerkelijk een verbod komt, is er geen mogelijkheid meer tot een exit en zitten ze ‘gevangen’ in hun participatie. Ook moet het rendement van hun investering weer terugvloeien naar de zorginstelling, waardoor ze per saldo geen cent verdienen. Dan investeren ze liever in andere bedrijven, waar dit probleem niet speelt.

Buitenlandse partijen zien de rampspoed zich hier afspelen en onderhandelen tot de laagste prijs, wetende dat Nederlandse financiers met de rug tegen de muur staan. Voor een habbekrats wordt hoogstaande zorg verpatst. Dit soort ‘goedkope’ deals trekt ook partijen aan die weinig affiniteit hebben met zorg en voor het geldelijke gewin gaan. Ons belastinggeld kan maar één keer worden uitgegeven. De kans is dus groot dat de plannen voor groei en innovatie van Nederlandse zorgaanbieders hiermee stil komen te vallen. Dit is precies het soort problemen dat het Integrale Zorgakkoord moet aanpakken.

Zelfstandige zorgaanbieders krijgen vaak maar 75% vergoed ten opzichte van het tarief dat een regulier ziekenhuis krijgt. Dat betekent een forse besparing voor de schatkist. Toch maken deze zorginstellingen een bescheiden winst die geheel wordt geïnvesteerd in de zorg. Private equity krijgt geen winstuitkering voor het risico van de investering, maar haalt winst uit de verkoopwaarde achteraf, als het concept kosten-effectiever, klantvriendelijker en klaar voor internationale groei is gemaakt. Al met al is de samenleving vaak minimaal 25% goedkoper uit dan wanneer de zorg was verricht in een regulier ziekenhuis. Het lijkt een win-winsituatie.

Zwaard van Damocles
Ook zorgverzekeraars beseffen dat de zorg niet zonder private equity kan, want dan kunnen ze niet voldoen aan hun wettelijke zorgplicht. Ook bij zorgverzekeraars rinkelen de alarmbellen nu een mogelijk verbod op private equity als een zwaard van Damocles boven hun hoofd hangt.

Het nieuwe kabinet zou de rol van private equity in de zorg juist moeten versterken, bijvoorbeeld om de financieel wankele en minder efficiënte ziekenhuizen weer gezond te maken. Het is zelfs een trend in ziekenhuizen om intern zelfstandige klinieken op te richten op de wijze zoals private equity dat doet. Ook daar daalt het besef neer dat zorg op deze manier toeneemt in kwaliteit.

Die zelfstandige klinieken zijn mede dankzij private equity zo efficiënt ingericht. Ze maken gebruik van de nieuwste medische apparatuur en technologie. Ook in reguliere ziekenhuizen worden innovatieve instrumenten gebruikt die mede dankzij risicokapitaal zijn ontwikkeld, zoals de medische fotonische instrumenten om parkinson en alzheimer eerder mee te diagnosticeren. Hoewel de bedenker hiervan met passie werkt, willen hij en zijn investeerder logischerwijs iets overhouden aan al dat werk. Die prikkel is niet pervers, maar stimuleert de medische ondernemer juist om inventief en spaarzaam te zijn.

Mark Nuijten is arts en gezondheidseconoom. Martin van Putten is medevoorzitter van Nationale Geneesmiddelen Monitor.

Bron: https://fd.nl/opinie/1532082/een-verbod-op-private-equity-is-een-mokerslag-voor-de-zorg